Koning

Na 27 jaar betaald voetbal was het afgelopen zaterdag eindelijk zover. Ik was er vaak dichtbij, maar het was altijd – net zoals dikwijls met Feyenoord – net niet. Plaats van handeling was De Adelaarhorst, het stadion van Go Ahead Eagles, een schitterend decor voor deze memorabele gebeurtenis in mijn supporterscarrière. We zaten onoverdekt aan de lange zijde, wat vroeger een ‘paddock’ was, en het regende ook nog eens. Mooier kon niet. Het gebeurde halverwege de eerste helft. Een Eagles-speler ramde de bal in blinde paniek uit het strafschopgebied. Ik zag hem op me afkomen en ik wist: dit is mijn moment. Ik strekte mijn arm uit en raakte de bal aan.

Ik had vaak nagedacht over wat ik zou doen als ik de wedstrijdbal aan zou raken. In mijn dromen pakte ik hem altijd klemvast, gaf er een klein kusje op (of een rochel als de tegenpartij de ingooi moest nemen) en schreeuwde dan keihard, zodat het halve stadion het kon horen: “KOM OP, FEYENOORD!” Of het waren de laatste minuten van de wedstrijd en bij een 1-2 voorsprong hield ik de bal extra lang vast.

Maar ik ben Feyenoorder en dan lopen dingen nooit helemaal perfect. Ik had hem klemvast kunnen hebben, ware het niet dat mijn maatje Thijs – het zij hem gegund – de bal ook toucheerde. Ik raakte hem wel goed, op de volle handpalm, en smashte hem als het ware op de hoofden van de mensen in de rijen voor me. Als een kind zo blij was ik. Triomfantelijk hield ik daarna mijn hand omhoog en zwaaide ermee, zoals honkbalfans doen als ze de bal hebben gevangen na een homerun. Een paar seconden waren alle ogen van het stadion op mij gericht.

“Wat ging er door je heen?” zou een middelmatige sportjournalist vragen. Het is lastig te omschrijven, maar het moet zo’n beetje hetzelfde gevoel zijn geweest als dat van Pascal Bosschaart toen hij zijn enige treffer ooit scoorde. Als supporter is het aanraken van de wedstrijdbal het hoogst haalbare. Laten we eerlijk zijn, wij, fanatieke voetbalsupporters, zouden het liefst zelf deel uitmaken van het spel. Konden we maar een keertje invallen, zoals een West Ham-supporter ooit overkwam.

Wat is er mooier dan toegejuicht te worden door je (mede)suporters? Als wij in het veld zouden staan, zouden we onvermoeibaar zijn. Nee, ons zou nooit een gebrek aan inzet kunnen worden verweten. En na een doelpunt zouden we linea recta, met medespelers in wilde achtervolging, naar het vak met de meest fanatieke fans sprinten en daar in de hekken klimmen om samen met hen het doelpunt te vieren. Tenminste, dat zou ik doen.

Mijn helaas overleden vriend Bastiaan maakte ooit een actie waarbij die van mij in het niet valt. Op een dinsdagavond in november ’95 was hij samen met een maatje afgereisd naar Rotterdam-West, voor een wedstrijd tussen Sparta en FC Den Bosch, eerste ronde Amstelcup. Bastiaan was een die hard NEC’er, maar ook een echte liefhebber en dit leek hem een mooi affiche.

Het Kasteel was nog niet verbouwd en had een ouderwetse staantribune achter het doel, compleet met ‘crush barriers’ waar je lekker op kon leunen. Dat leek Bastaan wel wat, op die tribune tussen de fanatieke fans van FC Den Bosch, en hij kocht een goedkoop kaartje voor het uitvak. Althans, dat dacht hij. In het vak bleken Bastiaan en zijn maat de enige twee FCDB-‘supporters’. De andere meegereisde Bosschenaren zaten op de lange zijde, op de Rijnmond-tribune.

Bastiaan kennende hing hij tijdens de wedstrijd waarschijnlijk wat op de crush barriers, beetje ouwehoeren en met een schuin oog naar het voetballen kijkend. Opeens schrok hij wakker. Een speler van Sparta (of Den Bosch, dat weet ik niet) schoot de bal hoog over het doel. Bastiaan bedacht zich geen seconde. Hij schatte de baan van de bal in, deed razendsnel zijn petje af en kopte de bal snoeihard terug het speelveld in, onder luid gejuich van de Den Bosch-supporters.

Vervolgens deed Bastiaan – doorgaans een zeer rustige jongen – zijn petje weer op, klom bovenin het hek achter het doel en balde zijn vuist richting ‘zijn’ supporters aan de lange zijde. Zij werden wild en stonden voor hun held op de banken. Bastiaan beleefde de droom van elke voetbalsupporter.

Voor even was hij de Koning, daar op Het Kasteel.

No Comments

Leave a Comment

Please be polite. We appreciate that.
Your email address will not be published and required fields are marked